De kenmerken
Ik beperk me hierin tot de zoogdieren.
De verschillen zijn talrijk, de meest in het oog springende is, dat een carnivoor een roofdier is. De ogen van een carnivoor zijn naar voren gericht, omdat ze goed afstand moeten kunnen inschatten om hun prooi te vangen.
Het verschil in gebitten is misschien wel het duidelijkste kernmerk. Een carnivoor heeft grote hoektanden om zijn prooi te doden en knipkiezen om de prooi in stukken te scheuren. En waarom we de juiste voeding moeten geven, daarin is het verschil in darmstelsels het belangrijkst. Vlees verteert makkelijker dan plantaardige voeding, een carnivoor heeft daarom aan een kort darmstelsel genoeg. Ze hebben een grote maag, zodat ze enorme hoeveelheden vlees in één keer opkunnen, als het moet, kunnen ze hier ca. 6 weken van leven.
Als je dit weet, begrijp je dat een carnivoor uit brokken, die toch voor een groot deel uit granen (ook rijst en maïs zijn granen) bestaan, niet de voedingsstoffen kunnen halen, die hij nodig heeft om te functioneren zoals dat van nature bedoeld is. De vertering van granen gaat traag, hiervoor heb je een lang darmstelsel nodig. De carnivoor heeft zoals hierboven beschreven een kort darmstelsel. Voordat de voedingsstoffen uit de granen kunnen worden gehaald, hebben ze het lichaam van de carnivoor al weer verlaten. Het kan dus niet anders, dan dat onze carnivoren op deze manier te korten opbouwen. Die zich kunnen uiten in bijvoorbeeld, allergieën, tumoren, huidproblemen, luchtwegproblemen, enz. Maar ook de andere ingrediënten die in brokken zitten, zoals dood organisch materiaal zijn niet bestemd voor het darmstelsel van de carnivoor.