Inenten op maat: Hoe doe je dat?

Ieder jaar ploft hij op de mat: de kaart van de dierenarts waarin vriendelijk doch dringend wordt verzocht weer eens langs te komen. Omdat het tijd is voor de jaarlijkse check-up en… de jaarlijkse prik. Maar tegenwoordig horen we steeds meer modieuze kreten als ‘kritisch vaccineren’ en ‘inenten op maat’. Wat houdt dat in? En is het niet hartstikke gevaarlijk?

Belangrijk: goed enten op jonge leeftijd

Brenda Ooms is dierenarts bij Puur Natuur, de importeur van de titerbepaling. Waar we in Nederland volgens Brenda naartoe moeten, is alle honden bescherming te bieden door ze als pup en op éénjarige leeftijd ‘volgens protocol’ te vaccineren, leder dier moet de puppyvaccinaties krijgen en ieder dier de herhalingsenting op éénjarige leeftijd. Ook voor ziekten die niet veel voor lijken te komen, zoals bijvoorbeeld hondenziekte. Want wat er gebeurt als je hiermee stopt, omdat je van mening bent dat die ziekte zó weinig voorkomt dat inenten overbodig is, hebben we gezien met bijvoorbeeld de vogelgriep en de mond- en klauwzeerepidemie. Zodra een besmet dier onverhoopt toch met de onbeschermde populatie in aanra­king komt, is het hek van de dam en heb je de ziekte binnen no-time weer terug. Goed inenten op jonge leeftijd dus. Daarna is het niet meer nodig om alle inentingen jaarlijks te geven. Brenda: ‘We moeten dus niet weinig dieren heel veel enten, maar heel veel dieren zo weinig mogelijk!

Lange tijd was het gebruikelijk voor hen die zichzelf als verantwoord dierenbezitter beschouwden om na het bewuste herinneringskaartje met gezwinde spoed richting dierenarts te vertrekken voor de cocktail. Zij die dit niet deden en hun dier onbe­schermd rond lieten lopen, deden dit vooral uit financiële motieven of omdat ‘het inenten van een dier maar onzin is’. Vandaag de dag lijkt er echter een andere groep dierenbezitters op te staan die ook niet meer ieder jaar naar de dierenarts vertrekt voor de standaard vaccinaties. Bij deze groep spelen financiële motieven of onwetendheid echter geen rol, integendeel. Dit zijn mensen die er bewust en weloverwogen voor kiezen om niet jaarlijks de hele cocktail te enten en in sommige gevallen volwassen dieren zelfs helemaal niet meer te laten vaccineren. Ook een toenemend aantal dierenartsen hanteert niet meer ieder jaar automatisch de spuit.

Geitenwollen sokken

Dierenarts Tannetje Koning heeft veel ervaring met ‘vaccineren op maat’. Ze doet vrijwel alles anders dan een ‘normale’ dierenarts, dus ook het enten. Tannetje doet niet aan jaarlijkse inentingen, maar ent al jaren aan de hand van een zoge­heten ’titerbepaling’: een eenvoudige bloedtest waarmee bij de hond gemeten kan worden of hij nog beschermd is tegen de belangrijkste hondenziekten. Door het afnemen van een heel klein beetje bloed kan de hoeveelheid antilichamen tegen hondenziekte, parvo en besmettelijke hepa­titis worden gemeten, waardoor hiertegen veelal niet meer hoeft te worden geënt. Jarenlang was Tannetje de enige dierenarts in Nederland die deze test uitvoerde, vooral omdat Nederland nog helemaal niet zat te wachten op een ‘alternatieve’ kijk op inenten.

Tannetje: ‘Het had een geitenwollensokkenimago; waarom zou je een dier onnodig aan risico’s blootstellen als de wetenschap een geweldige manier heeft gevonden om hem te beschermen? Niet-vaccineren was iets dat alleen streng gelovigen of juist brandnetelsoepkokende hippies deden, maar een verantwoord dierbezitter vaccineerde ieder jaar. Beter te veel dan te weinig!’

Die tijden zijn veranderd, aldus Tannetje. Vaccina­ties zijn absoluut onmisbaar voor een gezonde dier-populatie en het belang ervan mag dan ook zeker niet worden onderschat. De opmerking dat entingen niet nodig zijn, of meer kwaad doen dan goed, is dan ook pertinent onjuist. Maar wel komen we er steeds meer achter dat ons beeld van vaccinaties verkeerd was. ‘Beter te veel dan te weinig’ gaat zeker niet op.

Vaak enten we een hond jaarlijks omdat we er zo vanuit gaan dat het dier dan tenminste tweehon­derd procent beschermd is en niet ziek kan worden. Het jaarlijks hervaccineren van een beschermd dier draagt echter niet bij aan nog meer bescherming; meer dan honderd procent beschermd kan je niet zijn. Onderzoek heeft bovendien uitgewezen dat vaccinaties vaak langer dan drie jaar deze honderd procent bescherming bieden. Fabrikanten passen hun bijsluiters hier langzaam op aan. Jaarlijks inenten is een soort schijnveiligheid voor de eigen gemoedsrust, maar lang niet voor alle ziektes nodig. Bovendien kun je jezelf afvragen of het onnodig belasten van het immuunsysteem niet juist verve­lende reacties bewerkstelligt.

In de praktijk

Het klinkt allemaal leuk: de puppyprik, een herha­ling op één jaar en dan niet meer standaard enten. Maar voer het maar eens uit, als dierenarts. Je wilt niet op je geweten hebben dat nu juist die ene hond waarvan jij de eigenaar op het hart drukte dat hij zo echt voldoende beschermd zou zijn, terugkomt met een gigantische parvo-infectie. Door de zogeheten titerbepaling, een eenvoudig en snel uit te voeren bloedtest, is het sinds kort voor iedere dierenarts mogelijk om te meten of een dier nog beschermd is, of dat een vaccinatie nodig is. ‘Afhankelijk van het resultaat daarvan besluiten we samen met de eigenaar of vaccineren nodig is, maar meestal hoeft dat niet’, aldus dierenarts Erwin van Gijtenbeek van Any Animal in Heiloo. ‘We hebben nu al een aantal honden gehad die sinds hun puppyvaccinatie, ruim vijfjaar geleden, niet meer ingeënt waren en nog steeds voldoende beschermd bleken. Dan is het onnodig om puur voor de gemoedsrust er toch nog ‘een spuit in te jassen’.

Van het idee dat we moeten prikken om het prikken moeten we volgens deze dierenartsen dus af. Ook bij oudere dieren waarvan de weerstand vaak iets terugloopt, of zieke dieren – bedenk dat huid­klachten ook een ‘ziekte’ zijn – is het beter om het immuunsysteem van het dier met rust te laten als blijkt dat dit kan. Ook kan het nuttig zijn om na de puppyentingen een titertest te doen, om te kijken of de enting is aangeslagen en een pup beschermd is. Bijvoorbeeld als je voordat de volledige serie puppy­entingen is gegeven al naar puppycursus wilt. In een heel enkel geval blijkt de enting niet aan te slaan. Niet kritisch en klakkeloos de spuit hanteren, maar nadenken over het hoe en waarom van vaccinaties en het nauwkeurig volgen van de wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van de immunologie. Als alle dierenartsen dat gaan doen, valt misschien over een aantal jaar wel bij alle huishoudens in Nederland de oproep voor de jaarlijkse titerbepaling op de mat!

Vaccinatie interview

Alleen de in het bloed aanwezige antilichamen tegen de ziekte van Weil kunnen niet met een sneltest gemeten worden, vertelt Erwin van Gijtenbeek. Weil is echter een ‘dood vaccin’ en is sowieso heel kort werkzaam, of meetbaar, hooguit één jaar maar vaak nog korter. De vraag of Weil standaard geënt moet worden hangt dus niet van de meet­bare bloedwaardes af, maar van de individuele omgeving van het dier. Van Gijtenbeek noemt dit een ‘vaccinatie-interview’: komt een dier op plekken waar het risico op Weil aanwezig is? Dan kan het raadzaam zijn dit dier daar tegen te enten. Een jaarlijkse check-up met daarbij een titerbepaling en een ‘vaccinatie-interview’ is daarom een goed instrument om de gezondheid van een dier in de gaten te blijven houden.

Meer weten?

Voor meer informatie over de Vacci-Check titerbepaling – een kleine testkit met daarin alle benodigdheden – kunt u contact opnemen met NML Health via info@nmlhealth.com of 0294-455888. Op de website http://www.nmlhealth.com vindt u tevens een overzicht van alle dierenartsenpraktijken die de titerbepa­ling uitvoeren.